|
1. |
helder bn. 'goed waarneembaar' categorie: geleed woord Vnnl. een helder claer licht [1573; Thes.]. Ontstaan met een epenthetische -d- (zoals ook in kelder en minder) uit heller, dat in die vorm echter pas later is geattesteerd: vnnl. een heller en claar gesicht 'een helder en duidelijk beeld' [1657; WNT duister I]. Heller is qua vorm en betekenis duidelijk een afleiding van hel 2 'licht, fel schitterend', maar de oorsprong van -er is hier onduidelijk. Dat het een oud pie. achtervoegsel *-ro- zou betreffen dat bn. vormt, zoals in bitter (WNT), lijkt onwaarschijnlijk gezien de late overlevering. Mogelijk is het oorspr. de vergrotende trap van hel.
|
naar boven
|