1.   bouvier zn. 'hondenras van Canis lupus'
categorie:
leenwoord
Nnl. bouvier 'soort hond' [1936; WNT trouw I].
Ontleend aan Frans bouvier 'veehoeder; soort hond' [eind 11e eeuw], dat teruggaat op het Latijnse bn. bovārius 'wat met runderen te maken heeft', een afleiding bij het zn. bōs (genitief bovis) 'rund', zie koe. Een bouvier is dus van origine een hond die gefokt is voor het drijven van runderen.


  naar boven