1.   barcode zn. 'streepjescode'
categorie:
leenwoord
Nnl. barcode [1984; Dale NN].
Ontleend aan Engels barcode 'streepjescode', samenstelling uit de zn. bar 'strook' (zie bar 2) en code, zie code.
Vanaf eind jaren 1970 verscheen de barcode op steeds meer producten. Pas in de jaren 1980 begonnen supermarkten met het introduceren van automatische barcode-leesapparatuur. Sindsdien is het fenomeen algemeen bekend, waardoor ook de (gedeeltelijke) leenvertaling streepjescode [1983; Reinsma 1984] (eerder al streepcode [1982; Reinsma 1984]) opmars maakte; en met succes, want inmiddels is laatstgenoemde woord bezig het Engelse woord te verdrijven.


  naar boven