1.   kikker zn. 'amfibie (geslacht Rana)'
categorie:
geleed woord
Vnnl. kickert 'kikker' [1577; Nomenclator, 54b], kickers (mv.) [1617; WNT].
Afleiding van het werkwoord kikken, mnl. kicken 'een nauwelijks hoorbaar geluid geven' [1315-35; MNW-R], een klanknabootsend woord.
Een ouder West- en Noord-Germaans woord voor de kikker is vors.
kikvors zn. 'kikker'. Vnnl. quaeckende kickvorsschen [1627; WNT uits-]. Gevormd als tautologische samenstelling van kikker en vors.
Fries: kikkert < nnl.


  naar boven