Gezocht op:
trefwoord: "bleu 1"
1 tot 1 van 1
Index:
blazer
blazoen
bleek 1
bleek 2
blei
bleken
blèren
bles
blesseren
blessure
bleu 1
bleu 2
bliek
blij
blijde
blijken
blijven
blik 1
blik 2
blikken
bliksem
1.
bleu 1
bn. 'verlegen'
categorie:
leenwoord
Vnnl.
bleude
[1623; WNT],
bleu
[1671; WNT
reu
].
Oost-Nederlandse umlautvorm (zie Schönfeld 1970, par. 41b) naast
blood
, zoals
sneu
naast
snood
staat.
Os.
blōthi
; ohd.
blōdi
(nhd.
blöde
'dom, idioot'); nfri.
blea
,
bleu
.
Fries: bleu, blea
naar boven