1.   minderbroeder zn. 'monnik in de orde van de heilige Franciscus, Franciscaan'
categorie:
leenvertaling
Mnl. jn ere minderbroeder stede 'in een klooster van minderbroeders' [1265-70; VMNW].
Samenstelling van minder en broeder als leenvertaling van christelijk Latijn fratres minores, letterlijk 'mindere broeders', zie ook frater.
De Italiaanse officier Franciscus van Assisi (1182-1226) richtte in 1209 de orde der minderbroeders op, die, uitgaande van het Nieuwe Testament, zich onbaatzuchtig inzette voor de armen en zieken. De Franse benaming frère mineur werd ontleend in het Nederlands: mnl. fremeneurs [1278; VMNW], de broeders uan der ordine uan den freremineurs 'de broeders van de orde van de freremineurs' [1286; VMNW], of kortweg freren (mv.) [1285; VMNW]. De minderbroeders staan ook wel bekend als minorieten [1883; WNT eindelijk], ontleend aan het christelijk Latijn. De tegenwoordige benaming is meestal franciscanen [1654; WNT voet], ontleend aan christelijk Latijn Franciscanus [1537; TLF], een afleiding van de naam van de oprichter. De vrouwelijke tegenhangers heetten mnl. frerinnen [1273; VMNW]; de moderne naam is franciscanessen.
Uit de orde van de franciscanen zijn verscheidene andere ordes afgesplitst, waaronder als belangrijkste in 1517 de conventuelen en in 1528 de kapucijnen (zie kapucijn).
Fries: ?


  naar boven