1.   modereren ww. 'matigen'
categorie:
leenwoord
Mnl. modereren 'matigen' in waghe ende scalen daer men mede weght ... sal (men) al so modereren, dat de waghe zi in midden [14e eeuw; Stall.], behoudelic dat wi die sullen mogen verclaren, modereren ende dair aff ende toe doen 'op voorwaarde dat we ze (de verdragen) moeten kunnen verduidelijken, matigen en er iets uitschrappen of toevoegen' [1437; MNW]; vnnl. ghemodereert oft verandert te wordene 'gematigd of aangepast te worden' [1549; WNT], Hy ... versocht sijn gemoedt een weynigh te modereren 'hij probeerde zichzelf een beetje te matigen' [1660; WNT].
Al dan niet via Frans modérer 'matigen' [1348; TLF] ontleend aan Latijn moderārī 'regelen, matigen', een afleiding van modus 'maat', zie mode.
Zie ook gemoedereerd.
moderator zn. 'geestelijk adviseur; instrument met een matigende functie'. Vnnl. moderator 'middelaar' [1650; Hofman]; nnl. 'bestuurder' [1847; Kramers], 'geestelijk adviseur' [1922; Centrum], 'machine-onderdeel dat de beweging regelt of matigt' [1843; WNT Aanv.], 'leider van een debat' [1950; Van Dale], 'stof die in een kernreactor vrije neutronen vertraagt' [1958; WNT Aanv.]. Ontleend aan Latijn moderātor 'bestuurder, beteugelaar', afleiding van moderārī. De betekenis 'leider van een debat' is ontleend aan het Engels.


  naar boven