1.   doping zn. 'gebruik of toediening van pepmiddel; het pepmiddel zelf'
categorie:
leenwoord
Nnl. doping 'gebruik of toediening van pepmiddel' [1930; WNT Aanv.], 'dope, pepmiddel' [1954; WNT Aanv. dope].
Ontleend aan Amerikaans-Engels doping [1889; OED], teg.deelw. van het werkwoord dope 'drogeren, stimulerend of verdovend middel toedienen'. Het bijbehorende zn. dope 'stimulerend of verdovend middel' is ouder, met algemene betekenissen als 'smeermiddel' [1876; OED], 'dikke bereide substantie' [1880; OED], maar ook al specifieker 'opium' [1889; OED]. Dit dope is een ontlening aan verouderd Nederlands doop '(dikke) saus' [1623; WNT], zn. bij dopen 1; de betekenisontwikkeling in het Amerikaans-Engels verloopt van 'dikke saus' via 'dikke substantie' naar 'dikke opiumbereiding'.
In de uitsluitend Nederlandse betekenis 'het stimulerend middel zelf' is het woord pseudo-Engels.
Dat Engels dope via het Afrikaans afkomstig zou zijn uit een Zuid-Afrikaans inheems woord dop 'sterke drank om in trance te raken bij godsdienstige bijeenkomsten' (Van Schoonderwalt 1985) is onwrsch. gezien het verschil in klinkerlengte. Bovendien is de betekenisontwikkeling binnen het Engels en met name het Amerikaans-Engels duidelijk traceerbaar. Wel kent het Afrikaans inderdaad het woord dop 'dop' (< Nederlands), met als betekenissen ook 'vloeistofmaat', 'neutje' en 'inferieure brandewijn', in welke laatste betekenis het een verkorting is van dopbrandewyn (Afrikaans-Engels dop brandy [1870; EWA]), oorspr. gemaakt van druiwedoppe 'druiveschillen'.
dope zn. 'pepmiddel', in de chemie ook 'toevoeging ter verbetering van bepaalde eigenschappen' [1952; WNT Aanv.], uit Amerikaans-Engels dope 'id.'. Door de betekenisverruiming van doping tot 'pepmiddel (in de sport)' is dope zich in het Nederlands gaan beperken tot 'harddrugs'; de betekenis 'stimulerend middel in de sport' heeft dope afgestaan aan doping. ◆ dopen 2 ww. 'dope toedienen' [1964; WNT Aanv.]. Ontleend aan Engels dope 'stimulerende middelen toedienen'.
Literatuur: F. van Schoonderwalt & M. Verkamman (1985) Doping en sport, 13
Fries: doping


  naar boven