1.   viscose zn. 'grondstof voor kunstvezels'
Nnl. in Viscose, die ontstaat door de inwerking van zwavelkoolstof op alkalicellulose [1907; WNT].
Ontleend aan Engels viscose 'stroperige grondstof voor kunstvezels' [1896; OED], een neologisme dat is gevormd met het achtervoegsel -ose (karakteristiek voor bepaalde koolhydraten, naar het model van glucose) bij het bn. viscous 'stroperig' [1392; OED], dat dezelfde oorsprong heeft als viskeus.
Fries: fiskoaze


  naar boven