1.   causaal bn. 'oorzakelijk'
categorie:
leenwoord
Vnnl. causalis 'oorzakelijk' [1663; Meijer]; nnl. causaal 'redengevend' [1824; Weiland].
Ontleend aan middeleeuws Latijn causalis, een afleiding van Latijn causa 'geval, oorzaak, reden', waarvan de herkomst onzeker is; misschien bij het werkwoord cūdere 'slaan, kloppen' (verwant met houwen), hoewel dat semantisch onwaarschijnlijk lijkt.
Fries: kausaal


  naar boven