1.   ace zn. 'onbereikbare opslag bij tennis'
categorie:
leenwoord
Nnl. ace [1984; Dale].
Ontleend aan Engels ace [1889; OED], eerder me. as, aas 'worp van één met dobbelsteen' [13e eeuw], 'speelkaart met één teken, aas, hoogste kaart' [14e eeuw], 'het hoogste, beste' [18e eeuw], ontleend aan Oudfrans as 'de één op een dobbelsteen' [1174; Rey] < Latijn as, misschien van Etruskische oorsprong.
Voor het woord in het vierde kwart van de 20e eeuw in de woordenboeken verschijnt, staat het sinds het derde kwart in kranten, tijdschriften en (sport)encyclopedieën veelal cursief gedrukt of tussen aanhalingstekens, waarmee het dus nog niet als ingeburgerd woord werd gezien, zoals bij wel meer Engelse sporttermen. De in het Engels bestaande betekenis 'iemand die ergens heel goed in is', die in Koenen/Smits 1992 als eerste betekenis wordt vermeld, lijkt niet ingeburgerd te zijn. Wel bestaat die betekenis voor het woord aas 2.


  naar boven