1.   ballast zn. 'lading van weinig waarde die dient om een schip te verzwaren; (figuurlijk) overbodige last'
categorie:
leenwoord
Mnl. So wie sout water innemet tot ballast 'wie zout water als ballast in zijn schip neemt' [1374-94; MNW innemen], ballast [ca. 1450; MNHWS], ballast van sande off steynen 'ballast van zand of stenen' [1477; Teuth.]. Het werkwoord ballasten 'met ballast beladen' komt in ca. 1450 voor en slaat op gebeurtenissen van 1349 (MNHWS). In de 17e eeuw komt ook enkele keren de vorm balglast voor (WNT).
Ontleend aan Middelnederduits ballast [1429; Schiller/Lübben], dat reeds eerder voorkomt in de afleiding ballaster 'iemand die ballast in een schip brengt' [1376; Schiller/Lübben]. De verdere herkomst is niet helemaal zeker, behalve dat het tweede lid last is. Wrsch. is het eerste lid het oude Germaanse woord bal 'slecht' < pgm. *balwa-, zoals dat voorkomt in baldadig (zie aldaar voor verdere etymologie), balorig en balsturig.
Een andere vaak geopperde hypothese is dat het Nederduitse woord een geassimileerde vorm is (-ll- < -lr- of -gl-) uit Oudzweeds barlastadher 'met een blote last' [ca. 1350; Schlyter 1877] en/of Ouddeens barlast 'blote last' [begin 13e eeuw; Schlyter 1877], baglast 'id.' (Kalkar 1976), met een eerste lid bar 'bloot, leeg'. Scandinavische vormen met -ll- verschijnen echter pas laat: Oudzweeds ballast [1476] in het sterk Middelnederduits beïnvloede Stockholms tänkebok (Söderwall), en Ouddeens ballast [1594; Kalkar 1976]. Daarmee wordt deze hypothese minder wrsch. Bovendien is in de 13e en 14e eeuw ontlening vanuit een Scandinavische taal naar het Nederduits minder wrsch. dan omgekeerd. De oude Scandinavische vormen zullen dus wel ontleningen aan Nederduits ballast zijn, met volksetymologische aanpassing onder invloed van bar 'bloot, leeg' en bak resp. bag 'achteraan'.
Vanuit het Nederduits is dit woord in nog meer talen terechtgekomen: Hoogduits Ballast, Fries ballêst, Engels ballast, en buiten het Germaans bijv. Frans ballast en Russisch ballast.
Literatuur: E. Schröder (1917) 'Ballast', in: Niederdeutsches Jahrbuch 43, 123-127
Fries: ballêst


  naar boven