1.   boord 2 zn. 'scheepswand, scheepsdek, schip'
categorie:
substraatwoord
Mnl. bort, boert 'scheepsboord' [1300-50; MNW]; vnnl. boord 'schip' [1642; WNT].
Ontstaan uit bord door verlenging van de korte klinker voor -rt (Schönf. 1970, par. 57e); daarna afgesplitst en beperkt tot de betekenissen 'scheepswand, scheepsdek' en bij uitbreiding 'schip'.
Vaak wordt dit woord gelijkgesteld met boord 1, maar zie aldaar.
Fries: board 'scheepsbord'.


  naar boven