1.   boord 1 zn. 'rand, zoom'
categorie:
substraatwoord
Onl. bord in de waternaam Bordine 'Boorne (Friesland)' [700-50; Künzel 94]; mnl. boerde 'rand, kant' [1290; CG II, En.Cod.], boert 'rand, versiersel aan een kledingstuk' [1344; MNW], 'oever' [1477; MNW]; nnl. een boord op een overhemd [1796; WNT], boord 'rand langs weg of bos' [1879; WNT].
Mnd. borde 'rand, zoom'; ohd. borto (nhd. Borte 'rand, galon'); nfri. buorde 'omgeslagen rand aan kledingstuk'; oe. borda 'zoom, versierde zoom'; on. bordi 'geborduurd kleed'; < pgm. *burdan-. De Nederlandse vorm heeft een gerekte -o- voor -rt.
Er zijn geen overtuigende Indo-Europese verwanten; waarschijnlijk is het, ook gezien het betekenisveld 'water, oever', een substraatwoord.
NEW en FvW gaan ervan uit dat dit hetzelfde woord is als boord 2 'scheepsdek' en bord. Een verbinding tussen de betekenis 'rand, zoom' en de betekenis 'plank' is echter weinig plausibel; bovendien zijn de woorden met de betekenis 'rand, oever' van oudsher mannelijk en zwak verbogen, en de woorden met de betekenis 'plank, scheepsboord etc.' onzijdig en sterk.
Fries: buorde


  naar boven