1.   worden ww. 'in een toestand raken'
Onl. werthan 'in een toestand raken' in that ... gebulgan uuerthe Got 'dat God verbolgen wordt', Feita sulun uuerthun sconitha uuostinnon 'de schoonheden van de woestijn zullen overvloedig worden' [10e eeuw; W.Ps.], Crist uuarth giuund 'Christus raakte gewond' [1001-50; CG II-1, 118], 'ontstaan' in Waz wirthet auor unser armon 'wat wordt er echter van ons armen?' [ca. 1100; Will.]; mnl. werden.
Os. werthan (mnd. werden); ohd. werdan (nhd. werden); ofri. wertha (nfri. wurde); oe. weorðan (ne. vero. worth); on. verða (nzw. varde); got. wairþan; < pgm. *werþan- 'worden'.
De oorspr. betekenis 'wenden, draaien' van de wortel *werþ- is nog herkenbaar in de afleiding -waarts (in voorwaarts enz.) en zie nog het bn. waard 1 'een passende waarde hebbend'.
Verwant met: Latijn vertere 'draaien' (zie versie en de aldaar genoemde andere woorden); Sanskrit vártate 'draait'; Avestisch varəta- 'draaien'; Oudpruisisch wīrst 'worden', Litouws vir̃sti 'omdraaien; worden', vartýti 'keren'; Oudkerkslavisch vrĭtěti 'omdraaien' (Russisch vertét'), vratiti 'keren' (Russisch vorotít'); < pie. *uert-, *urt-, *uort- 'draaien' (LIV 691).
De gewone Middelnederlandse vorm van dit werkwoord is werden, met de klankwettige stamtijden: verleden tijd wart (ev.), worden (mv.) en verl.deelw. worden. Door verschillende factoren, zoals gewestelijke klankovergang -e- > -o- na w- (Schönfeld, par. 53), de instabiliteit van -a- voor -r- + dentaal en analogiewerking (Schönfeld, par 57b), ontstonden diverse klinkervarianten van deze stamtijden. De huidige vormen worden, werd(en), geworden raakten vanaf de 18e eeuw verankerd in de standaardtaal (WNT).
De reeds voor-Germaanse overgang van een ruimtelijk werkwoord ('draaien') naar een niet-ruimtelijk werkwoord dat een ontwikkeling beschrijft, komt vaker voor; vergelijkbare gevallen zijn te zien bij Frans devenir 'worden' < Latijn dēvenīre 'neerkomen', Engels turn 'draaien' maar ook 'worden', Engels become 'worden', oorspr. 'aankomen', Vlaams komen 'worden'.
In alle Oudgermaanse talen komt het met worden corresponderende werkwoord voor als hulpwerkwoord in passieve constructies, maar alleen in de continentaal West-Germaanse talen is het nog algemeen gebruikelijk.
Fries: wurde


  naar boven