1.   optie zn. 'recht van voorkeur; mogelijkheid'
categorie:
leenwoord
Vnnl. optie 'keuze, keuzemogelijkheid' in optie gegeven wordt ende ... antwoirde bringen binnen acht dagen [1531; WNT Aanv. bij II], 'recht van voorkeur' in tot optie ... vanden eyghenaer [1601; WNT]; nnl. optie '(verhandelbaar) recht tot koop van aandelen enz. tegen een vastgestelde prijs' [1984; Van Dale], 'keuzemogelijkheid' in de optie om op eigen kracht verder te gaan [1990; NRC].
Geleerde ontlening aan Latijn optiō, afleiding van optāre 'wensen, verkiezen'; dit werkwoord is een frequentatiefvorm bij de wortel op-, vergelijk opīnārī 'denken, wensen, oordelen, veronderstellen', zie opinie.
Fries: opsje


  naar boven