1.   devies 2 zn. 'wissel, waardepapier'
categorie:
leenwoord
Nnl. devies 'wisselbrief, waardepapier' [1847; Kramers], deviezen (mv.) 'wisselbrieven' [1871; WNT Aanv.], 'buitenlandse valuta' [1935; WNT Aanv.].
Ontleend aan Duits Devise 'wisselbrief' [ca. 1830] < Frans devise 'zinspreuk', zie devies 1, een woord dat in het Frans ook gebruikt werd om de buitenlandse bankkantoren aan te duiden, wrsch. omdat iedere plaats op de wissels met een trefwoord of spreuk, een devies, werd gekenschetst.
Het woord werd gebruikt in de betekenis van 'betalingsopdracht van kooplieden', met name voor een in een buitenlandse plaats opgestelde opdracht (wissel). Sinds ca. 1900 wordt een buitenlandse wissel zo genoemd, zodoende 'waardepapier als betaalmiddel voor buitenlandse schuld', in welke betekenis het thans alleen nog in het mv. wordt gebruikt.


  naar boven