1.   demonstratie zn. 'vertoning'
categorie:
leenwoord
Vnnl. demonstratiën (mv.) 'vertoningen door gebaren' [1548; Mak], nnl. demonstratie 'bewijs, betoog' [1805; Meijer], demonstratien (mv.) 'betoging' [1867; WNT Aanv.].
Ontleend aan Frans démonstration 'bewijsvoering, betoog' [1225; Rey] of direct uit Latijn dēmōnstrātiō 'verduidelijking, verklaring, nauwkeurige opgave', een zn. bij het werkwoord dēmōnstrāre 'aanwijzen, duidelijk maken, kenbaar maken', gevormd uit dē- 'weg, af' en mōnstrāre 'tonen, wijzen'. Het laatste is een afleiding bij het zn. mōnstrum 'kenteken, symbool van de goden', zie monster 2.
De oorspr. betekenis was 'bewijs, betoog', later ook 'openbare bekendmaking'. In de betekenis 'betoging' is het woord in de 19e eeuw weer ontleend aan het Engels. Hetzelfde geldt voor het bijbehorende werkwoord demonstreren.
demonstreren ww. 'aantonen; betogen'. Vnnl. demonstreren 'tonen, laten zien' [1595; WNT Aanv.], 'beargumenteren' [1600; WNT Aanv.]; nnl. demonstreeren 'aantonen, bewijzen' [1786; WNT Aanv.], 'een betoging houden' [1932; WNT Aanv.]. Ontleend aan Latijn dēmōnstrāre 'id.'. ◆ demo zn. 'demontratieopname' [1982; Reinsma 1984], 'demonstratie, betoging' [1988; Coster 1999]. Verkorting van demonstratie. De eerste betekenis is volledig gelexicaliseerd en wordt zelf ook weer in samenstellingen gebruikt zoals demo-versie, demo-bandje. In de betekenis 'demonstratie' wordt de verkorting alleen informeel gebruikt.
Fries: demonstraasjedemonstrearje


  naar boven