1.   ledikant zn. 'bedmeubel'
categorie:
leenwoord, alleen in België of Nederland
Vnnl. eerst in de vorm lyt de camp, zoals in een lyt de camp gestoffeert mit ... 'bedmeubel' [1524; WNT], 't lijt-de-campt van eijcken houte mit zijn ijseren vijsen 'het bedmeubel van eikenhout met zijn ijzeren schroeven' [1541; WNT veld I], dan liedicant, lydecant [1545; MNHWS], een ledecant met gordinagien 'een (hemel)bed met gordijnen' [16e eenw; MNW], ledicantgen 'ledikantje' [1600; WNT paviljoen], ledicant [1603; WNT borduren].
Ontleend aan Frans lit de camp 'ledikant', letterlijk 'veldbed' [15e eeuw; Rey], waarin lit 'bed' ontwikkeld is uit Latijn lectus 'id.', verwant met liggen, en camp 'veld', zie kamp 1. Het woord kreeg al snel een vernederlandste vorm.
Het gewone Nederlandse woord voor 'plaats waar men zich te slapen legt' was van ouds bed. In de 16e eeuw had het bed vaak een niet verplaatsbare locatie, de bedstede; de ontlening ledikant hoorde bij een verplaatsbaar meubelstuk. Toen het gebruik van bedmeubels algemeen werd, breidde de betekenis van bed zich uit tot het meubel. Het woord ledikant is nooit algemeen 'slaapplaats' gaan betekenen, maar is voorbehouden aan een beddenbak; ook bedden voor kleine kinderen, met hoge opstaande randen, noemt men ledikant. In het BN is het woord weinig gebruikelijk.
Ook in de 16e eeuw ontstond de leenvertaling veldbed, met als oudste attestatie een veltbeddeken [1537; WNT veldbed].
Fries: ledikant


  naar boven