1.   aval zn. 'wisselborg'
categorie:
pseudo-leenwoord
Vnnl. wissel bij avallo [1608; Stall.], aval 'tekening als borg' [1683; WNT Supp.].
Herkomst onduidelijk. Ontlening aan een Romaanse taal is niet wrsch. gezien de dateringen, bijv. Italiaans avallo [1803-04; DEDLI], Frans aval [1673; Rey]. Van deze woorden wordt wel ontlening aan Arabisch ḥawāla 'mandaat' voorgesteld. Voor het Nederlands is rechtstreekse ontlening aan het Arabisch in de 17e eeuw echter niet wrsch. Verbinding met een uitdrukking a valoir (met valoir 'waard zijn') wordt voor Frans aval niet wrsch. geacht, maar in het Nederlands zou zo'n pseudo-Franse (en in de oudste attestatie zelfs pseudo-Italiaanse) vorming heel goed mogelijk zijn.
Een aval is een persoonlijke borgstelling door een derde om in iemands plaats te betalen indien deze in gebreke blijft. Dit gebeurt meestal per wisselbrief.
Literatuur: De Bruijn-van der Helm 1992; Philippa 1991


  naar boven