|
1.  |
draineren ww. 'afwateren' categorie: geleed woord Nnl. draineren 'afwateren' [1859; WNT waterpassen I]. Ontleend aan Frans drainer 'afwateren, vocht laten weglopen' [1848; Rey], een afleiding van het zn. drain 'draineerbuis, draineersloot' [1849; Rey] < Engels drain 'afvoerbuis, ontwateringsloot', dat teruggaat op oe. drēahnian 'droog maken, uitputten', dat bij de wortel van droog hoort. ◆ drainage zn. 'het ontwateren'. Nnl. drainage [1912; Kuipers] en [1912; Kramers], volgens de beide oudste vindplaatsen overgenomen uit Engels drainage 'ontwatering, onttrekking' [1652; OED], maar gezien de betekenis komt Frans drainage 'het draineren' [1848; Rey] eerder als oorsprong in aanmerking. Fries: drainearje
|
naar boven
|