|
1.  |
latent bn. 'verborgen blijvend' categorie: leenwoord, geleerde schepping Nnl. latent "verborgen, ingesloten, ingekerkerd" [1824; Weiland], 'verborgen' in latente of verborgen warmte 'warmte die niet in de temperatuur tot uiting komt' [1852; WNT warmte]. Geleerde ontlening aan Latijn latēns (genitief latentis) 'verborgen', teg.deelw. van latēre 'verborgen zijn'. Latijn latēre is verwant met: Grieks lḗthein 'verborgen zijn'; Oudkerkslavisch lajati 'opwachten, loeren'; < pie. *l(e)h2- 'zich verbergen' (LIV 401). Fries: latint
|
naar boven
|