1.   rotje zn. (NN) 'soort vuurwerk'
categorie:
geleed woord, alleen in België of Nederland
Nnl. 'klein stuk vuurwerk, voetzoeker' in De vuurwerkmakers ... maakten ook rotjes om op 't water te branden [1871; iWNT].
Verkleinwoord van de Noordzee-Germaanse (i.h.b. Hollandse) vorm van rat, vanwege de kleine afmeting en de snelle beweging bij de explosie.
Fries: rotsje


  naar boven