1.   algemeen bn. 'alles of iedereen betreffend'
categorie:
geleed woord
Mnl. al gemene 'allen te zamen, allen met elkaar' [1276-1300; CG II, Rein.E]; vnnl. Al ghemeyn 'universeel' [1562; Kil.], algemeyn 'gewoonlijk, universeel' [1573; WNT].
Samenstelling van al met het bijwoord mnl. gemene 'gemeenschappelijk', zie gemeen.
In het Middelnederlands is het woord nog niet als één begrip aanwezig; pas later is het tot één woord geworden.
Fries: algemien


  naar boven