Gezocht op:
trefwoord: ""
en categorie: "geleed woord"

2411 tot 2420 van 3068

1 ... 301 ... 611 ... 911 ... 1221 ... 1531 ... 1831 ... 2141 ... 2391 | 2401 | 2411 | 2421 | 2431 ... 2451 ... 2761 ... 3061

< Vorige 10 lemmata | Volgende 10 lemmata >

Index:



neutron
nevel
neven
nevens
nicht 1
nicht 2
nicotine
niemand
nier
niet

nieten

nietes
nietig
nietje
niets
niettemin
nieuw
nieuwerwets
niezen
nihil
nijd


2411.   nieten
categorie:
geleed woord
Zie: nietje
2412.   nietes
categorie:
geleed woord
Zie: niet
2413.   nietig bw. 'nietswaardig, klein; ongeldig'
categorie:
geleed woord
Vnnl. nietig 'nietswaardig' in sulcken nietigen ende ydelen vyandt 'zo'n nietswaardige en onbeduidende vijand' [1584; iWNT vermorteren], 'ongeldig' in om alle Concilien ... nietich ende van geender weerden te maken '... ongeldig en waardeloos te verklaren' [1600; WNT bondeloos], 'onbeduidend' in dit nietich leven 'dit onbeduidende leven' [1614; WNT].
Afleiding van niet met het achtervoegsel -ig.
Fries: neatich
2414.   niets vnw. 'geen enkele zaak'
categorie:
geleed woord
Onl. niewihts, niewehts 'niets' in mich nelustet niewehtes 'mij behaagt niets' [ca. 1100; Will.]; mnl. niets 'niets' in inde sulke lude die en sin niets weert 'en zulke lieden zijn niets waard' [1270-90; VMNW], Hier bi ... beginne ics niets 'hiermee kan ik niets beginnen' [1300-50; MNW-R], ook in de combinatie niets niet 'volstrekt niet(s)', zoals in Ende niets niet en sijt yemene sculdech 'en u bent helemaal niemand iets schuldig' [1384-95; MNW-P], sommyghe en screuen niets niet 'sommigen schreven volstrekt niets' [1400-50; MNW-P]; vnnl. waer niets te crijgen is [1651; iWNT], Dat ... de Engelschen ... niets gedaen hadden [1690; iWNT].
Gevormd bij niet in de Oud- en Middelnederlandse functie van onbepaald voornaamwoord, met de uitgang van een partitieve genitief, zie -s. In de oudste attestaties heeft het woord nog daadwerkelijk een genitieffunctie: veel werkwoorden, waaronder bijv. lusten en waard zijn, werden gekoppeld aan een genitief. Daarnaast bestond de zeer frequente combinatie niets niet 'niets'. Met het verdwijnen van het naamvalssysteem in het Nederlands kreeg niets de huidige, op zichzelf staande betekenis; ook de combinatie niets niet werd vereenvoudigd tot niets. Zie ook iets bij ouder iet 'iets'.
Mhd. nihtesniht, nihtes (nhd. nichts).
Fries: neat
2415.   nieuwerwets
categorie:
geleed woord
Zie: ouderwets
2416.   nijdas
categorie:
geleed woord
Zie: nijd
2417.   nijlpaard zn. 'zoogdier (Hippopotamus amphibius)'
categorie:
geleed woord, geoniem
Vnnl. Van die water paerden die genaemt worden hippotamus het Nijlpaert [1585; Egmond 2003]; nnl. De naam welke dit dier ... voert, is Hippopotamus, ... hoewel zommigen het ... dikwijls het Nijl-Paard noemen [1773; Chomel].
Samenstelling van de Egyptische riviernaam Nijl, een van de historische woonplaatsen van het dier, en paard. De klassieke en wetenschappelijke benaming is hippopotamus, uit Grieks hippopótamos, een samenstelling van híppos 'paard' en potamós 'rivier', dus letterlijk 'rivierpaard'. Als leenvertaling komt ook in het Nederlands rivierpaard voor: mnl. In Egipten sijn sonderlinghen veel ('buitengewoon veel') ... ryvierpeerde, ende sy sijn meest biden ryvier van Nylus [1485; MNW rivierpert], vnnl. rivierpaarden [1724; iWNT rivierpaard]; in het Afrikaans heet het dier zeekoe.
Literatuur: M.F. Egmond (2003, red.), Het walvisboek: walvissen en andere zeewezens beschreven door Adriaen Coenen in 1585, Zutphen
Fries: nylhoars
2418.   nijver bn. 'ijverig'
categorie:
geleed woord, metanalyse
Vnnl. Besiet hoe nijver dat oock eerst de Joden waren 'kijk eens hoe ijverig aanvankelijk ook de Joden waren' [1561; WNT].
Wrsch. ontstaan uit de verbinding in ijver, zie in en ijver, hoewel zo'n bijwoordelijke verbinding niet daadwerkelijk geattesteerd is. Een vergelijkbaar proces speelde zich af bij naarstig.
Fries: -
2419.   nippertje
categorie:
geleed woord
Zie: nippen
2420.   nipt
categorie:
geleed woord
Zie: nippen

< Vorige 10 lemmata | Volgende 10 lemmata >
  naar boven