1.   januskop zn. 'persoon met een dubbel gezicht, onoprecht man'
categorie:
geleed woord
Nnl. een Januskop ..., die vooruit ziet en achteruit tevens [1895; WNT], eerder al in andere samenstellingen, bijv. een Janusaangezicht, een hoofd met twee tronies [1872; WNT tronie] en vooral overdrachtelijk in januspolitiek "tweehoofdige, onoprechte of weifelende staatkunde" [1886; Kramers], een janusaangezicht 'een dubbelhartig mens' [1898; van Dale], een janusgezicht 'id.' [1950; van Dale].
Samenstelling uit de oude Romeinse godennaam Janus en kop 2 'hoofd'.
Janus (Latijn Iānus) was de god van de poorten en doorgangen. Hij werd vaak afgebeeld met twee hoofden waarmee hij naar voren en naar achteren kon kijken. Hij was tevens de god van de overgang van het oude naar het nieuwe, vandaar zijn vernoeming in de maandnaam januari.


  naar boven