Gezocht op:
trefwoord: "diehard"

1 tot 1 van 1

Index:



dicteren
dictie
dictionaire
didactiek
didactisch
d(i)e
dieet
dief
diefstal
diegene

diehard

dienaangaande
dienaar
diender
dienen
dienst
dienstbode
diep
diepe
diepte
diepvries
1.   diehard zn. 'iemand die nooit opgeeft'
categorie: leenwoord
Nnl. die-hard 'aanhanger van de uitersterste rechtervleugel der conservatieve partij' [1929; Kramers II], die-hards (mv.) 'zij die nergens voor uit de weg gaan' [1946; WNT Aanv.].
Ontleend aan Engels die-hard [1844; OED], gevormd uit die 'sterven' en hard 'moeilijk', zie hard, dus letterlijk 'iemand die niet dood te krijgen is'.
Oorspr. de bijnaam van het Britse 57e Regiment Infanterie, omdat zij tijdens een belangrijke slag in de oorlog tegen Napoleon door hun bevelhebber werden aangemoedigd met de kreet die hard! 'vecht tot het uiterste!' Later ook toegepast op extreem-conservatieve personen in Engeland [1912; OED]. Zowel in het Engels als in het Nederlands wordt diehard inmiddels ook attributief gebruikt, zoals in die-hard fans.


  naar boven