1.   bajes zn. 'gevangenis'
categorie:
leenwoord
Nnl. (Bargoens) naar baies 'naar huis' [1844; Moormann 1934], (Bargoens) bajes 'gevangenis', voorname bajessen 'concertgebouwen en schouwburgen' [1858; Moormann 1934], (Bargoens) bajes 'winkel, huis, gevangenis' [1906; Boeventaal].
Ontleend aan Jiddisch bajes 'huis' < Hebreeuws bajiþ 'huis', met toepassingen als 'paleis, tempel, school, magazijn, enz.'. In het Bargoens werd dit woord, ten dele in navolging van het gebruik in het Jiddisch, ook toegepast op huizen of gebouwen met een maatschappelijke functie, zoals in nachtbaayes 'nachtverblijf' [ca. 1860; Moormann 1934] en gok bajes 'speelhuis' [1906; Boeventaal], al had het bij huizen met een economische functie concurrentie van keet 1, kit 1 en spieze, spiese 'huis, zaak' (< West-Jiddisch *oesjpieze 'verblijf, nachtverblijf, herberg' < Aramees -ūšpīzā < Latijn hospitium). Bij gebouwen met een penitentiaire functie was deze concurrentie er echter nauwelijks. Hier heeft bajes de betekenis 'gevangenis' erbij gekregen, die in de woordenlijsten in Moormann 1934 vaak als enige gegeven wordt. Deze toepassing, die in het Hebreeuws en het Jiddisch lijkt te ontbreken, is terechtgekomen in het algemene slang en werd een algemeen gebruikelijk woord voor 'gevangenis'.
In de literatuur wordt vaak verband gelegd tussen Bargoens bajes 'huis, gevangenis' en Amsterdams-Bargoens beis 'straat, buurt' [1906; Boeventaal]. Het laatste woord, dat volgens Endt 1972 vooral in joodse mond voorkomt, zou dan komen van Jiddisch beis 'huis', de status-constructusvariant van bajes (< Hebreeuws bē(j)þ, de status-constructusvariant van bajiþ 'huis'). Maar een zn. in de status constructus mag alleen in combinatie met een tweede zn. optreden, zoals in Jiddisch beis ha-kenéses 'synagoge' (< Hebreeuws bē(j)þ ha-kəneseþ 'huis (van) de samenkomst'). Bovendien is de gepostuleerde betekenisovergang van 'huis' naar 'straat, buurt' enigszins dubieus. Het is daarom waarschijnlijker dat beis 'straat, buurt' komt van Jiddisch beis 'tweede letter van het Hebreeuwse alfabet' (< Hebreeuws bē(j)þ), hier gebruikt als geheimtalige letterafkorting voor nnl. buurt dat met een b, en dus in Jiddisch-Hebreeuws schrift met een beis (= /b/) begint. Hierbij is de klankovereenkomst tussen Hebreeuws bē(j)þ 'huis' (status constructus) en bē(j)þ 'naam van een letter' niet toevallig, omdat de bē(j)þ oorspr. een huis voorstelde (zie ook bèta-). Dat deze letternaam niet *bajiþ is, komt wrsch. doordat de klassiek Hebreeuwse letternamen ontleend zijn aan een andere Semitische taal of aan een ander dialect van het Hebreeuws.
bajesklant zn. 'iemand die regelmatig gevangen zit' [1906; Boeventaal]. ◆ bajesmaf bn. 'afgestompt door het gevangenisleven' [1976; Nierop].


  naar boven