1.   cilinder zn. 'rol, meetkundig lichaam'
categorie:
leenwoord, etymologie in brontaal onbekend
Vnnl. cilinder 'lange rolsteen om de aarde glad te maken' [1562; Kil.], cylinders 'meetkundige lichamen' [1698; WNT]; nnl. cylinder 'langronde bus, onderdeel van een machine' [1792; WNT].
Ontleend aan Latijn cylindrus 'rol' < Grieks kĂșlindros, een afleiding van het werkwoord kulĂ­ndein '(voort)rollen', een woord van onduidelijke herkomst.
Fries: silinder


  naar boven