1.   bestemmen ww. 'aanwijzen, bepalen'
categorie:
geleed woord
Mnl. bestemmen, bestimmen 'leiden, richten' [1345; MNHWS], 'beheren, besturen' [ca. 1400; MNW], 'bestemmen (voor)' [ca. 1420; MNW].
Afleiding met be- van het werkwoord stemmen 'zijn stem uitbrengen', dat een afleiding is van het zn. stem.
Mnd. bestimmen 'bepalen'; mhd. bestimmen 'noemen, bepalen' (nhd. 'vaststellen, rangschikken, benoemen'); nfri. bestimme.
De betekenis zal geƫvolueerd zijn van 'een stem uitbrengen (van een gezagsdrager)' tot 'de bestemming bepalen'.
Fries: bestimme


  naar boven