1.   sorbet zn. 'ijsdrank; licht vruchtenijs'
categorie:
leenwoord
Vnnl. serbetti, cerebette, sorbet 'verfrissende drank' in ook drinkt hy dikwils Flambozade ('frambozensap'), Serbetti, ..., Limonnade [1669; WNT], Sucollata (chocolade), Cerebette, ... Thee, en Coffy, tot besluit Der Maaltyt [1685; WNT], Koffy, Sorbet, en andere uitstekende Dranken [1698; WNT]; nnl. sorbet 'ijsdrank' in Gerard ging rond met een zilveren blad vol glazen, wijn en sorbets [1889; WNT].
Ontleend, aanvankelijk rechtstreeks, maar in de huidige vorm via Frans sorbet 'drank op basis van citroen, suiker en water' [1553; TLF] en Italiaans sorbetto 'drank van de Turken' [1581; DELI], aan Turks şorbet (vero.), şerbet 'verfrissende drank', een ontlening aan vulgair Arabisch šurba(t), šarba(t) 'drank' bij het werkwoord šariba 'drinken', zie siroop. De Italiaanse vorm met sor- is mogelijk beïnvloed door het werkwoord sorbire 'slurpen'.
Rechtstreekse ontlening aan het Turks is ook op te merken bij Engels zerbet [1603; BDE], later sherbet [1615; BDE] en Duits Zerbet [1682; Unger].
Literatuur: Philippa 2008; A. Unger (2006), Von Algebra bis Zucker, Arabische Wörter im Deutschen, Stuttgart
Fries: sorbet


  naar boven