1.   grotesk bn. 'fantastisch, grillig, lachwekkend'
categorie:
verkorting, leenwoord
Vnnl. eerst het zn. groteske, grottise 'antieke muur- of grotschildering' in heel mueren vol Antijcke grotissen 'hele muren vol antieke grotesken' [1604; WNT groteske]; nnl. groteske 'versiering in de stijl van de arabesk', in grotesken en arabesken [1863; WNT], groteske 'geschilderde of gebeeldhouwde fantastische figuur' [1870; WNT]. Het afgeleide bn. betekent letterlijk 'naar de wijze van een groteske', in allerlei grottesche gedaantens tegens de wanden [1743; WNT], dan meer algemeen 'grillig, fantastisch' in grotesque, ook wel ergerlyke samenkoppeling van ideën [1785; WNT].
Ontleend aan het Franse zn. grotesque 'grillige muurschildering' [1540-50; Rey], ouder crotesque [1532; Rey], < Italiaans grottesca in figura grottesca [1574; DEDLI], pittura grottesca 'grotschilderwerk' [1682; DEDLI], waarin grottesca een afleiding is van grotta, zie grot.
Het bn. grotesk is wrsch. zelfstandig in het Nederlands afgeleid van het zn. groteske, oorspronkelijk een benaming voor een soort schilderwerk (pittura grottesca) aan gewelven en zolderingen, dat in de 16e eeuw in Italië in zwang kwam in nabootsing van de fantastische sierschilderingen die men in de uitgegraven ruïnes van antieke gebouwen, de grotte romane, had aangetroffen. De naam ging vervolgens over op allerlei geschilderde fantastische figuren; op den duur worden ook grillige figuren in beeldhouwwerk en soortgelijke versieringen als arabesken grotesken genoemd.
De oude vorm grottise is wellicht rechtstreeks aan het Italiaans ontleend, met vervanging van de uitgang -esca door een als Frans gevoelde uitgang -ise, misschien was er ook invloed van de Nederlandse uitgang -isch(e); ook het bn. vertoont aanvankelijk wisselende uitgangen.


  naar boven