1.   omheen bw. ter aanduiding van de omgeving van iemand of iets
categorie:
geleed woord
Vnnl. Het land is hier om heen seer goed [1689; WNT].
Gevormd uit om en het bijwoord heen, dat als simplex 'weg van hier' betekent, maar in combinatie met een voorzetsel weinig betekenis toevoegt en hooguit het karakter van een beweging benadrukt. Ook andere voorzetsels worden wel gekoppeld met heen, bijv. overheen, doorheen, langsheen (in langs elkaar heen praten).
Fries: omhinne


  naar boven