1.   musical zn. 'theaterstuk met zang en dans'
categorie:
leenwoord, verkorting
Nnl. musical 'muziekfilm' in groots opgezette "musical" [1934; Vaderland], in ons voorprogramma ... een pittige musical [1936; Vaderland], 'theaterstuk met veel zang' in de musical wordt opgevoerd door ... [1959; Reinsma 1975], de operette-nieuwe stijl, de musical [1970; WNT Aanv.].
Ontleend aan Engels musical 'toneelstuk of film waarin muziek een essentiële rol speelt' [1938; OED], verkorting van musical comedy 'komedie met muziek' [1795; BDE]; musical is net als Nederlands muzikaal ontleend aan Frans musical, zie muziek.
De moderne musical comedy werd in de jaren 1890 in Londen ontwikkeld als een soort versmelting van operette, klucht en variété; de verkorting tot musical heeft in Noord-Amerika plaatsgevonden en is voor het eerst aangetroffen in het Canadese damestijdschrift Chatelaine (OED).
Literatuur: Grove 2001, 12, 815-822
Fries: musical


  naar boven