1.   legaal bn. 'rechtmatig, wettelijk'
categorie:
leenwoord
Vnnl. legaal 'volgens de wet, wettelijk, rechtmatig' in bij enniger peine canonijcke oft legale 'volgens enige kerkelijke of wettelijke straf' [1510; WNT reduceeren], voor legaal gehouden werden 'als rechtmatig beschouwd worden' [1682; WNT peiling].
Ontleend aan Latijn lēgālis 'betrekking hebbend op de wet, wettelijk', afleiding van lēx (genitief lēgis) 'contract, wet'. Zie ook loyaal, dat via het Frans op hetzelfde woord teruggaat.
Het Latijnse woord is verwant met: Oskisch ligud 'wet' < pie. *leǵ- (IEW 658); door interpretatie als 'verzameling van voorschriften' verwant met Latijn legere 'verzamelen; lezen', zie legende.
illegaal bn. en zn. 'onwettig(e)'. Nnl. eerst het bn. illegaal 'onwettig, verboden' [1824; Weiland], illegale werkers 'verzetsstrijders in de Tweede Wereldoorlog' [1941; WNT Aanv.], dan ook zelfstandig gebruikt in onze illegalen 'onze verzetsstrijders' [1946; WNT Aanv.], illegaal 'buitenlander zonder arbeids- of verblijfsvergunning' [1948; Van Dale Hwb.]. Via het Franse bn. illégal 'onwettig' [1361; Rey] ontleend aan middeleeuws Latijn illēgālis 'id.', gevormd uit in- 2 'niet' en lēgālis. Het bn. had in Nederland in en kort na de Tweede Wereldoorlog vooral betrekking op de geheime anti-Duitse, en dus onwettige activiteiten van het verzet. Toen ontstond ook het zn. illegaal, waarvan de betekenis 'verzetsstrijder' later plaatsmaakte voor de huidige betekenis. ◆ legaliseren ww. 'een wettelijke status geven'. Nnl. legaliseren [1809; Wdb. ND] in de certificaten moeten gelegaliseerd worden 'door handelingen van de bevoegde autoriteiten wettig gemaakt worden' [1818; WNT]. Ontleend aan Frans légaliser 'id.' [1668; Rey], afleiding van légal 'wettelijk'. ◆ legalisatie zn. 'wettigverklaring, verlening van een wettelijke status'. Nnl. legalisatie 'wettigverklaring' [1814; WNT Aanv.], 'wettigverklaring van tot dan toe verboden activiteiten' in een legalisatie van den tegenwoordigen feitelijken toestand [1932; Vaderland], legalisatie van het veelvuldig gepleegde dooden van de door de moeder niet gewenschte vrucht [1935; Groene Amsterdammer]. Ontleend aan Frans légalisation 'id.' [1690; Rey], afleiding van légaliser. Oorspr. hebben legaliseren en legalisatie betrekking op handtekeningen, akten, getuigschriften, enz., waaraan een wettelijke status wordt gegeven door bevestiging door een notaris, opneming in een overheidsregister, enz. Veel jonger is de toepassing van deze woorden op wetswijzigingen die activiteiten die tot dan toe onwettig of verboden waren, rechtmatig maakt.
Fries: legaal ◆ yllegaal ◆ legalisearje ◆ legalisaasje


  naar boven