1.   ineens bw. 'in één keer, plotseling'
categorie:
geleed woord
Nnl. in eens 'in één keer' in alles in eens betaald [1770; WNT lantaren], 'plotseling' in die ... in eens vlak voor zijne Maria stond [1808; WNT zwierig]. De spelling ineens begint pas aan het eind van de 19e eeuw gebruikelijk te worden.
Gevormd uit in en eens 1 in de betekenis 'één maal'. Zie ook opeens.


  naar boven