bursaal zn. 'beursstudent' categorie: leenwoord Vnnl. bursael 'student met toelage' [1592; WNT verloven I], Bursalen (mv.) 'beursstudenten' [1592; WNT promoveeren], beursaal 'student met toelage' [1594; WNT]. Gevormd op basis van middeleeuws Latijn bursalis 'betrekking hebbend op de beurs', dat is afgeleid van bursa 'beurs', zie beurs 1, beurs 3.