1.   gaarkeuken zn. 'goedkoop eethuis'
categorie:
leenvertaling
Vnnl. gaer-koken 'gaarkeuken, kroeg' [1607; Kil.], gaar-keuken 'eethuis' [1691; Sewel NE]. Kiliaan 1599 vermeldt ook al gaerkock = popinarius 'kok van een gaarkeuken'. In het mnl. bestond gaerbraderie 'gaarkeuken' [MNHW].
Leenvertaling van Duits Garküche 'openbare keuken, eethuis' [rond 1500; Pfeifer], gevormd uit gar 'gereed, toebereid', zie gaar, en Küche 'keuken', zie keuken.


  naar boven