trefwoord: "tamboerijn"
1 tot 1 van 1
Index:
talg
talhout
talisman
talk 1
talk 2
talmen
talrijk
talud
tam
tamboer
tamboerijn
tamelijk
tampon
tand
tandem
tanen
tang
tanga(slipje)
tangens
tango
tanig
1.  |
 tamboerijn zn. 'trommeltje' categorie: leenwoord Mnl. tamborijn 'trommelslager, tamboer' in den luitslager ende den tamborijn [1486; MNW]; vnnl. tamborijn 'trommeltje' in sal si die tamborijn ... slaen [1550; WNT], Speel-luyden met tamborinen, trommelen ofte eenige andere instrumenten [1552; WNT]; nnl. tamboerijn 'handtrommeltje met belletjes' in de rinkelende tamboerijn [1880; WNT]. Ontleend aan Frans tambourin 'man die een tamboerijn bespeelt' [1447; TLF], iets ouder tabourin 'kleine trommel' [ca. 1440; TLF], afleiding met het verkleiningsachtervoegsel -in van tambour, ouder tabour 'trommel', zie tamboer. Fries: tamboeryn |