1.   gevest zn. 'handvat van een steekwapen'
categorie:
geleed woord
Vnnl. ghevest(e) 'handvat van een blank wapen' in de handt opt gheuest van zijn rappiere 'de hand op het handvat van zijn rapier' [1564; WNT rapier I], langhe pongiaerts ... met een houte ghevest 'lange ponjaards met een houten handvat' [1602; WNT knop I].
Afleiding met het collectiefvoorvoegsel ge- (sub d) van een verouderd werkwoord vesten 'vastmaken, vastleggen, stevig verbinden, funderen', een afleiding van vast en zie ook grondvest en veste. Een gevest is dus 'datgene waaraan een steekwapen is vastgemaakt'.
In het Middelnederlands had ghevest(e) de betekenis 'vesting', dus letterlijk 'datgene wat gefundeerd, gevest is' en ook de betekenis 'verbond', dus 'datgene wat vastgelegd is en/of waarmee de partijen verbonden zijn'.


  naar boven