1.   infectie zn. 'besmetting'
categorie:
leenwoord
Vnnl. infectie 'besmetting (met ziekten)' [1553; van den Werve].
Ontleend aan Frans infection 'id.' [1314; Rey], een medische betekenis bij ouder 'bezoedeling (met zondige gedachten)', een christelijk-Latijnse betekenisuitbreiding van Laatlatijn infectio 'het verven, het bezoedelen', afleiding van klassiek Latijn inficere 'verven, bezoedelen, besmetten', oorspr. 'onderdompelen, drenken in' en gevormd uit in- 3 'in-' en facere 'doen', verwant met doen en zie ook feit.


  naar boven