1.   fax zn. 'systeem van telecommunicatie; faxapparaat; faxbericht'
categorie:
leenwoord
Nnl. eerst in de vorm facsimile "electrotechniek: draadloos overgebracht en gecopieerd drukwerk" [1952; Koenen], facsimile 'apparatuur waarmee de beeldtelegrafie geschreven stukken of tekeningen overbrengt' [1966; Koenen], nog tot in de jaren 1980 in die vorm: facsimile-apparaat 'faxmachine' [1984; Reinsma]; daarna in de vorm fax in faxmachine, fax 'faxmachine' [1982; Reinsma 1984], fax 'faxbericht' [1991; Verschueren].
De term is tweemaal ontleend aan het Engels. Aan het al bestaande Latijnse leenwoord facsimile 'exacte reproductie' werd de betekenis 'beeldtelegrafisch overgebrachte reproductie' toegevoegd, die ontleend werd aan Engels facsimile 'id.', dat voorkwam in begrippen als Fac-simile Telegraph 'beeldtelegraaf' [1877; OED], facsimile transmission 'facsimiletelegrafie, beeldtelegrafie' [1927; OED], facsimile newspaper 'overgeseinde krant' [1948; OED], in deze vorm in het Engels nog tot in de jaren 1960 in gebruik (OED), maar tegenwoordig verouderd. Daarna werd de vorm fax ontleend aan Engels fax 'systeem voor het overbrengen van grafische reproducties via telefoon of (vroeger) telegraaf' [1948; OED], metonymisch ook 'faxbericht' [1980; OED], en in termen als fax machine, een verkorte schrijfwijze voor facsimile, die van begin af uitsluitend van toepassing is geweest op telecommunicatie. Fax 'faxapparaat' kan een Nederlandse verkorting zijn van faxapparaat of faxmachine, maar ook in het Engels wordt fax al in de jaren 1980 gebruikt als verkorting voor fax machine [1988; BDE].
De explicietere woorden Engels telefacsimile [1967; OED] (met het element tele- 'ver' van eerst telegraaf en later telefoon) en Nederlands telefax [jaren 1980; pers.waarn.], [1992; van Dale] zijn ook wel gebruikt, maar zijn verouderd.
De uitvinding van de zogeheten facsimiletelegrafie of beeldtelegrafie dateert al van halverwege de 19e eeuw; modernere technieken werden ontwikkeld in de eerste helft van de 20e eeuw (Winkler Prins 1980).
faxen ww. 'versturen als faxbericht'. Nnl. faxen [1984; van Dale]. Ontleend aan Engels fax 'id.' [1979; OED], of afgeleid van het zn. fax (dat echter iets later is geattesteerd dan het werkwoord).
Fries: faks ◆ fakse


  naar boven