1.   domino-effect
categorie:
geleed woord
Zie: domino 1
2.   effect zn. 'uitwerking; bewijs van aandeel; richtingverandering van een bal'
categorie:
leenwoord, leenbetekenis
Mnl. effect 'uitwerking, werk' [1456; MNHWS]; vnnl. effect 'uitwerking, werk' [1599; Kil.], effect 'uitwerking' [1653; WNT], een rijck in ladingh leggende Schip en ander Effecten '... zaken van waarde' [1660; WNT]; nnl. Obligatiën en Effecten van deze Beurs '... waardepapieren ...' [1807; WNT], effecten 'bewijzen van aandeel' [1844; Weiland], effect 'richtingverandering van biljartbal' [1919; WNT Supp. attaque], 'richtingverandering van bal bij tennis en tafeltennis' [1951; WNT topspin].
Ontleend aan Latijn effectus 'gevolg, resultaat, werking', bij het werkwoord efficere 'tot stand brengen, produceren, veroorzaken', gevormd uit ex-, dat voltooiing uitdrukt, en facere 'maken, doen' (verwant met doen, zie ook feit). Bij de eerste attestaties is overname uit Oudfrans aifait [1272], effect [13e eeuw; Rey], effet [1430; Rey] minder wrsch., daar de -c- in het Frans niet werd uitgesproken (hoewel zij onder invloed van het Latijn soms wel werd geschreven).
De betekenis 'bewijs van aandeel' stamt pas uit de 19e eeuw, toen de handel in deze papieren op gang kwam. Deze betekenis is ontleend aan het Duitse zn. mv. Effekten 'effecten; goederen, bagage' of aan Frans 'waardepapier, aandeel'. Ook de betekenis 'richtingverandering van een bal' ontstaat in de 19e eeuw; de term 'een bal met effect spelen' werd toen alleen nog gebruikt bij het biljartspel [1898; Dale]. Dit is wellicht een leenbetekenis uit het Duits, dat het zn. Effet 'richtingverandering van een bal bij het biljartspel' weer ontleende aan het Frans effet 'richtingverandering van een bal'.
effectief bn. 'doelmatig, effect hebbend'. Vnnl. effective 'inderdaad, metterdaad [1643; WNT]; nnl. 'werkelijk, daadwerkelijk [1735; WNT], 'doelmatig, effect hebbend' [1902; WNT blokkade]. Ontleend aan Frans effectif 'wezenlijk; effect hebbend' [1464; Rey] < Latijn effectīvus 'scheppend, uitoefenend' bij het bovengenoemde werkwoord efficere.
Fries: effekt
3.   jojo-effect
categorie:
geleed woord
Zie: jojo


  naar boven