1.   knikken 2 ww. 'half doorbreken'
categorie:
klankwoord
Vnnl. knicken 'half doorbreken, zodat de stukken blijven samenhangen' in men sall oock gheene Loeijen ... moegen knicken 'men zal ook geen loten mogen knakken' [1607; WNT].
Klanknabootsend woord, zie ook knakken.
Ontleend aan het Nederlands zijn: mnd. knicken 'half doorbreken' (waaruit door ontlening nhd. knicken 'id.'); ne. knick 'id.'; nno. knekke 'id.'.
Fries: knikke


  naar boven