1.   vip zn. 'zeer belangrijk persoon'
Nnl. v.i.p., V.I.P., vip 'zeer belangrijk persoon' in de reizigers bestaan uit soldaten, officieren en v.i.p.'s. Onder v.i.p.'s ... verstaat men alle burgers, die ... iets met het militaire bestuur te maken hebben en Radio-Brussel vroeg telegrafisch of de Dakota een V.I.P. aan boord had [beide 1948; Vrije Woord], Hier en daar in de vensterbank zit een tekenaar een van de "vips" ... te tekenen [1948; Leeuwarder Courant].
Ontleend aan Engels V.I.P., afkorting van very important person 'zeer belangrijk persoon', maar in het Nederlands, anders dan in het Engels, als letterwoord uitgesproken.
Fries: vip


  naar boven