1.   charter zn. 'oorkonde; handvest; (lucht)bevrachtingsovereenkomst; afgehuurd vliegtuig'
categorie:
leenwoord
Mnl. tsa(e)rter, chart(e)re, charter 'schriftelijk bewijsstuk, oorkonde' [1260; CG I, 72], 'plechtige belofte, verbintenis' [ca. 1400; MNW]; vnnl. charter 'oorkonde inzake rechten en vrijheden' [1580; WNT], 'bestek waarnaar een schip gebouwd wordt; kaliber van een schip' [1654; WNT]; nnl. charter 'beperkte grondwet' [1864; Calisch], charter 'luchtbevrachtingsovereenkomst, afgehuurd vliegtuig' [1952; Koenen].
De oudste vormen en betekenissen stammen uit Frans charte, chartre uit een niet-geattesteerd *chartle < Latijn cartula, verkleinwoord van carta 'stuk papier, blaadje' < Grieks khártēs 'id.; papyrusblad', zie kaart.
De jongere betekenis 'beperkte grondwet' [1864] komt uit het Engels, dat het woord in de betekenis 'oorkonde, schriftelijk bewijsstuk' eveneens aan Frans chartre had ontleend. De ontlening van de jongere betekenis uit het Engels, met de Engelse uitspraak, is gedaan naar aanleiding van de Engelse beweging van politieke hervormers rond The People's Charter van 1837. De betekenis 'handvest' [1942] is in gebruik geraakt bij de oprichting van de Verenigde Naties en de Noord-Atlantische Verdragsorganisatie, maar het woord is in die betekenis wellicht niet echt als Nederlands aan te merken.
De betekenis 'afgehuurd vliegtuig' [1952], waarbij charter een verkorte vorm is van chartervlucht of chartervliegtuig, is ontleend aan Engels charter party < Frans charte partie. De betekenis 'bevrachtingsovereenkomst' bestond in het Nederlands echter al eerder en bestaat nog in de vorm cherte(partij) 'vrachtcontract' [1872; Dale], rechtstreeks ontleend aan Frans charte partie < middeleeuws Latijn charta partita 'gedeeld bewijsstuk', dus 'de beide helften van een bevrachtingsovereenkomst'.
charteren ww. 'afhuren, inhuren'. Nnl. charteren 'afhuren van een schip' [1886; Kramers], 'afhuren van een schip, bus of vliegtuig' [1952; Koenen], 'de hulp inroepen van (iemand)' [1952; Koenen]. Ontleend aan Engels charter 'een schip afhuren bij vrachtovereenkomst' [1806]. ◆ chartermaatschappij zn. '(vliegtuig)maatschappij die chartervluchten verricht'. Nnl. chartermaatschappij 'id.' [1979; Verschueren]. ◆ chartervlucht zn. 'vlucht met afgehuurd vliegtuig (in tegenstelling tot een lijnvlucht)'. Nnl. chartervlucht 'id.' [1950; WNT Aanv. charteren].


  naar boven