1.   serpentine zn. 'strookje gekleurd papier'
categorie:
leenwoord
Nnl. de papieren serpentins [1894; De Gelderlander], SERPENTINES - CONFETTIS voor Feesten, Partijen, Bruiloften [1895; Leeuwarder Courant].
Ontleend aan Frans zn. serpentin 'serpentine' [1892; Rey], eerder al 'soort verlengd kanon' [eind 15e eeuw; Rey], daarvóór bn. 'lijkend op een slang' [ca. 1160; TLF], ontleend aan Laatlatijn serpentīnus 'van slangen', een afleiding van serpens 'slang', zie serpent.
De Nederlandse vorm serpentine (met slot-e) is mogelijk ontstaan naar analogie van de eveneens in dezelfde tijd uit Frankrijk overgekomen serpentine-dans, kortweg de serpentine [1894; Leeuwarder Courant], eerder in Parijs bekend als danse serpentine ("de zoogenaamde slangendans") [1892; Groene Amsterdammer]. Eerder bestonden al de woorden serpentine 'meander van rivier' [1832; Weiland] en serpentijn 'soort kanon' [1488; MNW], ook 'soort gesteente' [1444; MNW] en 'soort plant' [1351; MNW-P]. In de tweede betekenis is het woord serpentijn nog steeds in gebruik.
Fries: serpentine


  naar boven