1.   memo zn. 'korte mededeling, kort verslag'
categorie:
leenwoord
Nnl. memo 'kort verslag over een bepaald actueel onderwerp' in de titel Memo inzake het gebruik van visvergif door de bevolking van het Sentani-meer [1956; Picarta], 'korte mededeling' [1970; Van Dale].
Ontleend aan Engels memo 'kort verslag over een bepaald actueel onderwerp' [1886; OED], verkorting van memorandum 'id.' [1542; OED], 'notitie bovenaan een bladzijde' [1443; OED], ontleend aan Latijn memorandum 'iets wat onthouden moet worden', van het werkwoord memorāre 'in herinnering roepen', afleiding van memor 'zich herinnerend'.
Van Latijn memor is de etymologie onzeker. Qua betekenis hoort het bij meminisse 'zich herinneren', dat teruggaat op de wortel pie. *men-, waarvoor zie manen 2 'herinneren aan'. Memor kan uit deze wortel verklaard worden via de tussenstappen *me-mn-us- (verl.deelw. van *men-) > *memnor- en door dissimilatie. Anderen voeren het woord terug op de wortel pie. *(s)mer- (LIV 569); daarbij horen: Grieks mérmēra, mérimna 'zorg', mártyr 'getuige' (zie martelen); Sanskrit smarati 'zich herinneren'; Avestisch maraiti 'id.'; Litouws meréti 'verzorgen'. Hierbij ook pgm. *murnan- 'bezorgd zijn', waaruit: os. mornian; ohd. mornen; oe. murnan (ne. mourn); on. morna; got. maúrnan. En wrsch. ook, met verschillende ablautstrappen: mnl. mīmeren 'peinzen' (nnl. mijmeren); nnd. mīmeren 'id.'; nfri. mīmerje 'id.'; oe. māmor 'diepe slaap', māmorian, māmrian 'zinnen op'.
Het woord memo komt vooral voor in titels van korte, zakelijke of ambtelijke verslagen over een bepaald actueel onderwerp. Bij uitbreiding wordt ook een korte zakelijke mededeling memo genoemd.
Fries: memo


  naar boven