1.   berokkenen ww. 'teweegbrengen'
categorie:
geleed woord
Vnnl. berocket (verl.deelw.) 'veroorzaakt' [1544; MNW-R], berockent (verl.deelw.) 'op touw gezet' [1614; WNT].
Afgeleid met be- van het werkwoord rocken 'vlas of wol op de spinrok winden (voordat men tot het spinnen overgaat)'; dit werkwoord was afgeleid van het zn. rocke(n) 'spinrokken', zie rokken. Vanaf het eind van de 15e eeuw werd rocken ook figuurlijk gebruikt in de betekenis 'op touw zetten, beramen, aanrichten'. Begin 16e eeuw ontstond daarnaast als stapelvorm het werkwoord rockenen met dezelfde betekenis. In de 16e eeuw leidde men daarna van rocken(en) het werkwoord berocken(en) af, met uitsluitend de overdrachtelijke betekenis 'beramen, veroorzaken, teweegbrengen'.
Het woord kwam en komt steeds voor in combinatie met woorden met een ongunstige betekenis zoals kwaad, smart, schade, leed.
Fries: -


  naar boven