1.   dragonder zn. 'lichte cavalerist; manwijf'
categorie:
leenwoord
Vnnl. dragonder 'militair' [ca. 1650; WNT uittappen], Een nieu regiment dragonders 'een nieuw regiment dragonders' [1671; WNT]; nnl. dragonder 'manwijf' [1847; Kramers], 'wild persoon' [1861; WNT robbedoes].
Rechtstreeks ontleend aan Frans dragon 'dragonder' [1594; Rey] met het Nederlandse achtervoegsel -der (zie -aar), of veeleer via Duits Dragoner 'dragonder' met invoeging van -d- tussen -n- en -r-, zoals ook in donder. Het Franse woord is identiek met dragon 'draak', zie draak. Volgens sommigen zouden de soldaten zijn genoemd naar de afbeelding op het vaandel waaronder ze streden. Een andere mogelijkheid (Kluge) is echter dat het Franse woord een aanduiding voor het handvuurwapen was, waarmee ze waren uitgerust.
Het Engels maakt verschil tussen dragon 'draak' en dragoon 'dragonder', beide ontleend aan Frans dragon. In dragon is de klemtoon naar de eerste lettergreep versprongen, een aanpassing aan het Germaanse systeem en een teken van inburgering; in dragoon, een jongere ontlening, is de klemtoon op de tweede lettergreep gebleven.


  naar boven